Contacteer ons nu!

Bent u benieuwd naar de conditie van uw Kwaaitaalvloer en wilt u een inspectie laten uitvoeren door een professional? Bouw Techno Keuring Nederland, gevestigd in Hellevoetsluis, staat graag voor u klaar. Wij nemen de Kwaaitaalvloer onder de loep, voeren een uitgebreid onderzoek uit en voorzien u vervolgens van deskundig advies. Ontdek wat wij voor u kunnen betekenen met een onderzoek voor uw Kwaaitaalvloer.

Een Kwaaitaalvloer inspectie laten uitvoeren door een ervaren professional

Gemeenten zijn op basis van Artikel 13 en 14 van de Woningwet opgedragen om de staat van huisvesting te controleren. In het kader van controle kunnen zij eigenaren aanschrijven om noodzakelijke verbetering te laten uitvoeren, wegens strijd met de bouwverordening, dus dit geldt ook voor achterstallig onderhoud. Naar aanleiding van vele gemelde gevallen van betonrot in begane grondvloeren heeft het ministerie opdracht gegeven aan de gemeentes om te onderzoeken wat de omvang van de schade is door middel van een Kwaaitaalvloer inspectie.

Hierdoor hebben enkele gemeenten hun archieven geraadpleegd en de verdachte vloeren zijn voor zover mogelijk in kaart gebracht. Helaas geeft een groot deel van deze archieven geen melding van het toegepaste vloertype. Daarbij heeft de aannemer vaak enige vrijheid gehad in het bepalen van de keuze van het fabricaat.

Daardoor kan de gemeente, in de meeste gevallen, na een onderzoek niet goed bepalen wat de staat van de vloer is en/of welk soort Kwaaitaalvloer er in de betreffende woning ligt. De administratie van de betreffende fabrieken is ook niet afdoende. Nu is het zaak om uw vloer in ieder geval te laten controleren op betonrot, mits u een verdachte vloer heeft. Het rapport geeft dan uitsluitsel, ook juridisch gezien. In het rapport wordt ook melding gedaan van eventuele reparatiekosten en een aanbeveling gedaan voor de reparatiemethode.

Achtergrond van Kwaaitaalvloeren

De firma’s Kwaaitaal en Manta hebben op grote schaal systeemvloeren geproduceerd voor woningen en utiliteitsgebouwen. Dit deden zij tussen 1965 en 1983. De vloeren werden geproduceerd op basis van een modelblad. In dit modelblad werd onder andere geregeld waar dit type vloer toegepast mocht worden, b.v.: “dit modelblad geldt voor vloeren in gebouwen, waarvan de bovenste verdiepingsvloer niet hoger ligt dan 12.50 m boven peil”. Dit verklaart ook waarom de meeste van dit soort vloeren te vinden zijn in eengezinswoningen.

Wapeningcorrosie

Beton heeft een zeer alkalisch milieu, te vergelijken met opgeloste soda. Door dit alkalisch milieu ontstaat er op de wapening een zeer dun en beschermend huidje. Dit huidje wordt de passiveringslaag genoemd en is stabiel in een hoog alkalisch milieu. Deze passiveringslaag beschermt de wapening tegen corrosie. De laag kan echter verloren gaan als de alkaliteit van het beton daalt. Dit gebeurt wanneer kooldioxide uit de lucht in het beton indringt. De hieraan gekoppelde chemische reacties in het beton verlagen de alkaliteit tot een zodanig niveau dat de wapening niet langer wordt beschermd en kan gaan corroderen. Voor corrosie zijn drie componenten nodig: ijzer, zuurstof en water.

IJzer en zuurstof vormen samen het ijzeroxide dat een veel groter volume inneemt dan het oorspronkelijke ijzer en daardoor het beton uit elkaar drukt, het water is nodig voor het transport van de ionen. Chloride heeft het vermogen om zich door de passiveringslaag heen te vreten en hierdoor ontstaat de zo bekende corrosie en dus betonrot. Het relatieve vochtgehalte is in kruipruimtes vaak erg hoog, en door condensatie aan de onderzijde van de vloer zal er altijd voldoende vocht aanwezig zijn om het proces gaande te houden. Ook zuurstof is in voldoende mate aanwezig.

Als er tijdens een Kwaaitaalvloer inspectie schade aan de vloer wordt aangetroffen en er wordt niets aan gedaan, dan gaat het schadeproces door. In eerste instantie zal de vloer gaan doorzakken, maar wanneer de vloer zal bezwijken is niet te voorspellen.

Productie van Kwaaitaalvloeren

Vanwege de hoge bouwproductie in de jaren ’70 en begin ‘80 was er een grote vraag naar prefabbetonproducten waarmee snel kon worden gebouwd. Het beton werd in een mal gestort en na voldoende verharding van het beton werd het product uit de mal gehaald en opgeslagen, zodat een volgende stort mogelijk was. Door toepassen van een verhardingsversneller als calciumchloride bij de ochtendstort kon de mal ‘s-middags nog een keer worden gebruikt. Vanwege de langere hardingstijd in de nacht was het niet nodig om in de middagstort evenveel verhardingsversneller toe te passen. Ook in het weekend was er voldoende tijd voor verharding. Dit is een verklaring voor de soms schijnbaar volstrekt willekeurige aantasting van de elementen. In veel gevallen is een deel van de vloer aangetast en een ander deel niet, terwijl de omstandigheden identiek zijn. Afhankelijk van de ernst van de schade, die duidelijk wordt tijdens een inspectie van uw Kwaaitaalvloer, zijn er diverse reparatiemethodes.

Vochtregulatie

Heeft u een inspectie voor een Kwaaitaalvloer aangevraagd door een bouwkundig ingenieursbedrijf en is er wel schade, maar is de wapening nog grotendeels intact? Dan is het zaak om via vochtregulatie het schadeproces te vertragen. Dit kan door verschillende mogelijke methodes toe te passen, afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse.

  • Ervoor zorgen dat de drainage (indien aanwezig) goed functioneert
  • Het zand in de kruipruimte afdekken met een polyethyleen folie
  • De ventilatiekanalen regelmatig doorblazen
  • De vloer aan de onderzijde isoleren, zodat de elementen warm blijven en er geen oppervlaktecondensatie plaatsvindt.
  • Het aanbrengen van een polyurethaanschuim aan de onderzijde van de vloer heeft als nadeel dat het schadeproces niet meer gecontroleerd kan worden.
  • Tevens moet worden opgemerkt dat deze methode niet afdoende is, alleen het proces vertraagd. Er zit te allen tijde vocht in de omgevingslucht en dus ook in de beton.

Schuimbeton

Is het draagvermogen van uw Kwaaitaalvloeren zodanig aangetast dat voorzieningen nodig zijn? Dan kan het vullen van de kruipruimte met schuimbeton een optie zijn. Het systeem is onderhoudsvrij, alleen de kruipruimte is niet meer toegankelijk en u kan niet meer door de vloer heen zakken. Mocht de vloer toch bezwijken, dan is het nog de vraag in hoeverre het schuimbeton zich aan de fundatie heeft “verlijmd” en dat het dus niet is gaan zakken, niet in de laatste plaats door zijn eigen gewicht. Een bijkomend nadeel is dat geen enkele leiding, zoals riolering en waterleiding meer bereikbaar is, en dat er grote kans op beschadiging is vanwege het eigen gewicht van het schuimbeton. Dit is dus eigenlijk geen oplossing.

Inspectie en reparatiemethoden van Kwaaitaalvloeren: kathodische bescherming

Bij kathodische bescherming wordt er continu een laagspanning op het wapeningsnet aangesloten, waardoor het corroderen tot staan wordt gebracht. Hierbij moet er goede verbinding zijn tussen de onderlinge wapeningsstaven en juist bij dit soort prefabvloeren is dat niet aanwezig. De eerder beschreven passiveringslaag wordt door de stroom afgebroken, wat natuurlijk een groot nadeel is. Het systeem is afhankelijk van stroomvoorziening en mocht zich daar een storing in voordoen, dan is de bescherming totaal weg. Hierdoor moet er minimaal twee maal per jaar een inspectie van uw Kwaaitaalvloer plaatsvinden, ook op delen die eventueel niet onder spanning staan. Tevens kan dit systeem alleen toegepast worden mits de dragende functie nog volledig intact is.

Constructief herstel: het terugbrengen van het aangetaste wapeningsstaal

Bij deze methode wordt een mal aangebracht in de vorm van een U-profiel nadat het aangetaste beton is verwijderd. Vervolgens wordt er in de mal een wapeningstaaf aangebracht en wordt de mal gevuld met reparatiemortel zodanig dat er een goede samenhang met het nog aanwezige goede beton ontstaat. De werkmethode is als volgt:

  • In de kruipruimte eerst een hulpconstructie opzetten voor ondersteuning van de vloer;
  • Het aangetaste beton en de kapotte wapening weghakken;
  • Een mal aanbrengen met het wapeningsstaal en vullen met de reparatiemortel;
  • De hulpconstructie weer verwijderen.

Deze methode ligt heel dicht bij de wijze waarop de vloer bij de bouw is ontworpen en is een reparatiemethodiek die de samenhang van de vloer weer herstelt. De methode is vrij arbeidsintensief en derhalve duur. Een groot voordeel van deze methode is dat de methode per woning kan worden uitgevoerd. Hoewel de methode relatief duur is, ziet de vloer er na reparatie goed uit en bij wisseling van eigenaar speelt dat zeker een rol. Het nadeel is dat de nu nog goed uitziende elementen niet gerepareerd worden en derhalve alsnog kunnen gaan corroderen. Het calciumchloride zit immers nog steeds in het beton dat niet vervangen is.

Naspansysteem

Bij deze methode worden er spankabels onder elk aangetast element aangebracht en wordt er een drukblok geplaatst tussen de kabel en het vloerelement. Door het aanspannen van de kabels komt er een naar boven gerichte kracht op de vloerelementen te staan, die als ondersteuning dient voor de vloer. Tevens wordt door de naspanning een (geringe) drukspanning in de vloer geïntroduceerd, wat een gunstige werking heeft op de problematische trekspanning in het beton. De kracht wordt aan de spanzijde in de vloer aangebracht door in de kopgevel gaten te hakken en een betonblok waarop de kracht wordt geïntroduceerd te storten. De eindverankering van de kabels vindt plaats door het aangrouten van een verankeringsplaat die door middel van stekverankering in de vloer is ingelijmd.

De fundatie zal opnieuw berekend moeten worden, omdat er andere krachten in de fundatiebalk gaan optreden. In het slechtste scenario moeten de fundatiebalken versterkt worden. Voor deze methode is een goede afstemming met de buren noodzakelijk, aangezien de kabels over meerdere kunnen woningen doorlopen. Het nadeel is dat het calciumchloride nog steeds in het beton zit dat niet vervangen is.

Vloer Support Systeem

Het systeem wordt samengesteld uit thermisch verzinkte stalen vakwerkliggers, die onder de vloer worden gemonteerd. In principe bestaat het systeem uit drie delen. Twee delen daarvan zijn voor oplegging op de funderingsbalken en één middendeel om de andere delen aan elkaar te koppelen. Door de onderrand van het vakwerk te verkorten en de bovenrand niet in lengte te veranderen, wil het vakwerk omhoog en levert het op deze wijze een ondersteuning van de vloer. Ook ontstaat er een soortgelijke momentreductie als bij het hiervoor beschreven geval. De fundatie zal opnieuw berekend moeten worden, omdat er andere krachten in de fundatiebalk gaan optreden. In het slechtste scenario moeten ook hier de fundatiebalken versterkt worden. Het calciumchloride zit echter nog steeds in het beton.

Tevens zijn er specifiek gerichte reparatiemethodieken ontwikkeld en toegepast. Het een en ander is afhankelijk van de reparateur en de kosten die men ervoor uit wil geven. De vloer vervangen, is te allen tijde nog het beste dat u kunt doen, maar tevens ook het duurste. Maar ook is er de afweging van blijven repareren in de toekomst en/of het nu direct goed aan te pakken.

Bouw-Techno Keuring Nederland BV